Kokerrok met zeewier

 

Kokerrok, voorheen machinaal aaneengenaaid, nu los in rood, blauw en zwart gebatikt. De badan ('lichaam') van de rok is samengesteld uit ganggeng, waarin verschillende motieven als kreeften,...

Objectnummer
TM-5663-83
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
ca. 1900
Herkomst
Indramayu (regentschap)

Kokerrok, voorheen machinaal aaneengenaaid, nu los in rood, blauw en zwart gebatikt. De badan ('lichaam') van de rok is samengesteld uit ganggeng, waarin verschillende motieven als kreeften, vissen, bloemen en vogelkoppels. Ganggeng refereert voor de Javanen naar vruchtbaarheidschenkend water en impliciet naar vrouwen, wiens rol het zorgen voor al wat leeft is, hetgeen wordt uitgedrukt met symbolen als land-, zee- en luchtwezens die zijn omcirkeld (Heringa, 1996). De complete kepala zit aan een zijde van de doek. De papan bevat een verticale slingerende bloemrank en de tumpal zijn versierd met (abstracte) bloemmotieven. In het middenstuk van de kepala bevinden zich drie kolommen ruitvormen, die bloemen en een kawung-variant bevatten. De kawung behoort tot de zogenaamde verboden patronen. Dit waren patronen die door de sultans van Midden-Java in de 18e eeuw zijn uitgeroepen tot koninklijke patronen, en dus verboden voor het gewone volk. In Midden-Java werd dit strict gehandhaafd, maar aan de Noordkust werden deze patronen ook door de lokale bevolking gedragen (McCabe Elliot, 1984). Volgens de verzamelaar, Veldhuisen, is het blauw en zwart in colet-techniek aangebracht: het direct met een kwast aanbrengen van synthetische verfstoffen op de katoenen doek. Dit werd aanvankelijk alleen gedaan voor het aanbrengen van enkele spaarzame motieven, doch vanaf 1945 werden soms zelfs de meeste kleuren zo aangebracht om tijd en geld te besparen, hetgeen essentieel bleek voor het voortbestaan van een batik ondernemer (Heringa, 1996). Sarungs (kokerrok voor mannen en vrouwen) met een complete centrale kepala werden vroeger gedragen door slaven, terwijl doeken met kepala aan een zijde gedragen werden door vrouwen die zich van slaven wilden onderscheiden. Na de afschaffing van de slavernij in 1860 werden alle typen sarungs gezien als de minder formele variant van de kain panjang (die ook gedragen wordt door mannen). Er kan gesteld worden dat sarungs met complete centrale kepala van een ouder type zijn dan die met kepala aan een zijde van een batik. De kepala van deze latere typen werd ook steeds meer complex (van Hout, 2001). Deze rok was bestemd voor de lokale markt en de export.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie