Katoenen jak met Arabische kalligrafie

 

Met wit op blauwe achtergrond gebatikt jakje, dat gedragen werd in de strijd. Het had de functie van een amulet en beschermde de drager tegen verwondingen. Zulke amuletjasjes werden in...

Objectnummer
TM-5663-18
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
1900-1940
Herkomst
Cirebon (stadsgemeente)

Met wit op blauwe achtergrond gebatikt jakje, dat gedragen werd in de strijd. Het had de functie van een amulet en beschermde de drager tegen verwondingen. Zulke amuletjasjes werden in verschillende delen van de islamitische wereld gedragen, waaronder insulair Zuidoost-Azie gedragen, alsook in Mughal India en door leden van de Ottomaanse koninklijke familie (Baker 2004: 217). Het jakje was bestemd voor de lokale markt. Volgens Kerlogue werd dit jasje gedragen tijdens de politionele acties en ook tijdens de Japanse bezetting (Kerlogue 2001: 134). Dit lijkt echter hoogstonwaarschijnlijk. Aan de kleurencombinatie van donkerblauw met wit van dit jakje werd een beschermende werking toegeschreven (Bennett 2005: 285). Zowel de voor- als achterkant zijn opgevuld met allerlei Arabische teksten die bescherming kunnen bieden: magische cijfers, formules en woorden. De teksten zijn geschreven in een zeer eenvoudig naskh-schrift. In de vier witte motieven die op vleugels lijken aan de voorkant, staat een variant van de geloofsbelijdenis: "God is één, Hij heeft geen partners en Mohammed is Zijn dienaar en Zijn profeet". Langs de hals wordt de kreet "ha" (afkorting van huwa "hij" een verwijzing naar God) vele malen herhaald, wat doet denken aan soefimeditatie (dhikr). Direct daaronder staan de namen van de zeven slapers van Ephesus in een cirkel, met de naam van hun hond Qitmir in het midden. Daaronder bevindt zich een vorm met de namen van de vier rechtgeleide kaliefen in elke hoek. Verder staan op de voorkant de namen van God en de profeet Mohammed geschreven, evenals de islamitische geloofsbelijdenis en andere formules. Aan de achterzijde van het jak is de shahada (islamitische geloofsbelijdenis) in vier verticale banen geschreven, van elkaar gescheiden door rijen letters en getallen die een krachtige talisman vormen. In de leer van de islamitische magie staat ieder getal voor een woord. Rondom de vier grote witte motieven, die vleugels voorstellen, staan de namen van de vier aartsengelen. Het onderste gedeelte van het jakje is opgedeeld in vakjes, die elk een woord bevatten van hoofdstuk al-ikhlaas (Koran 112) waarvan de vertaling luidt: 'Zeg: Hij is God als enige, God de bestendige. Hij heeft niet verwekt en is niet verwekt en niet één is er aan Hem gelijkwaardig.' De soera (koranhoofdstuk) wordt zo meerdere keren herhaald. Soerat al-ikhlaas is één van de zogenaamde amuletsoera's waar een beschermende werking aan wordt toegeschreven. (vertaling Arabische teksten, M. Shatanawi 2009).

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie