De kepala ('hoofd') bestaat uit verticale stroken met florale en geometrische motieven in nitik: in stippeltechniek aangebracht, zodat het geweven lijkt. Ook de badan ('lichaam') is in nitik...
De kepala ('hoofd') bestaat uit verticale stroken met florale en geometrische motieven in nitik: in stippeltechniek aangebracht, zodat het geweven lijkt. Ook de badan ('lichaam') is in nitik bewerkt met jlamprang, zich repeterende stervormige bloemen, afgeleid van Indiase patola-doeken. Volgens Itie van Hout, de huidige conservator textiel van dit museum, waren ook Islamitische vrouwen trouwe afneemsters van deze doeken vanwege de geometrische figuren en gedempte kleuren. Deze rok bevat ook de groene kleur die met de Islam wordt geassocieerd (in tentoonstellingsgids Batik. Met was getekend. 200 Jaar textielkunst uit Indonesië). Aan de Noordkust heet dit motief jlamprang en in de Vorstenhoven cinde. Het is een kopie van de patola-doeken, de dubbele zijden ikats uit Gujarat, India. Onder andere mevrouw van Oosterom in Bayumas pastte dit patroon aan, en in het begin van de 20e eeuw werd het veelvuldig gebruikt op sarongs van Pekalongan uit Arabische batikkerijen (Veldhuisen, 1993:120). De doek is gemaakt door en voor Indo-Europeanen en voor Indo-Chinese afneemsters.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie