Gezichtssluier onderdeel van traditionele klederdracht

 

Gezichtsmaskers waren een vorm van sluiering die voornamelijk gangbaar was in de landen aan beide zijden van de Perzische Golf: Oman, de Verenigde Arabische Emiraten en Iran (Vogelsang-Eastwood...

Maker
Vervaardiging: Mahtab Nobakhti
Objectnummer
TM-5979-168-1e
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
2002
Herkomst
Iran

Gezichtsmaskers waren een vorm van sluiering die voornamelijk gangbaar was in de landen aan beide zijden van de Perzische Golf: Oman, de Verenigde Arabische Emiraten en Iran (Vogelsang-Eastwood 1996: 60). Dit masker is onderdeel van klederdracht uit de provincie Hormozgân. Door vrouwen wordt het op dit moment nog gedragen in de omgeving van de plaats Mînâb. De kleding bestaat uit een felgekeurde broek (shalwâr) met daarover een felgekleurde jurk (pîrâhan) die tot over de knieën reikt. Zowel de randen van de mouwen, de broekspijpen als de halsopening zijn rijk geborduurd (qollâb bâfî). Oorspronkelijk werd dit gedaan door de vrouwen zelf. Tegenwoordig zijn er ook geborduurde stoffen te koop. Over de kleding wordt een lange, zwarte doek (hier doorzichtig, châdor-e tûrî, shâl-e tûrî) gedragen die de kleding verhult. Mînâb is bekend vanwege de gezichtssluier. De gezichtssluier wordt neqâb, of burqâ`eh genoemd. Het accentueert de ogen. Ze zijn gehaakt of genaaid op karton en zijn meestal rood van kleur. Verschillende accenten en patronen zijn aangebracht in wit, zwart en goud. Ze worden zelf gemaakt, maar ook op de markt gekocht, en zijn, net als brillen, sterk onderhevig aan de mode. Ieder seizoen zijn er nieuwe patronen.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie