Veelkleurige katoenen hoofddoek

 

Schering bestaat uit donkerblauwe, witte, rode, gele en lichtgroene katoenen draden en de inslag uit donkerblauwe katoenen draden. Het ingeweven patroon is gevormd uit dikke rode en witte katoenen...

Objectnummer
TM-3597-32
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
voor 1966
Herkomst
San Antonio

Schering bestaat uit donkerblauwe, witte, rode, gele en lichtgroene katoenen draden en de inslag uit donkerblauwe katoenen draden. Het ingeweven patroon is gevormd uit dikke rode en witte katoenen draden en blauwe, groene, lichtpaarse en gele geglansde katoenen draden. De naaidraad is van groene geglansde katoen. De draden zijn waarschijnlijk machinaal vervaardigd. Afwerking: Beide delen hebben vier zelfkanten; aan een kant aan elkaar genaaid met een groene geglansde katoenen draad. Toestand: de lap heeft zeer veel vlekken. Het naaiwerk is aan een kant losgegaan (± 4cm). Opmerkingen: Bij literatuur opg.III is deze tzute zeer duidelijk weergegeven. Waarschijnlijk is dit weefsel een tzute uit de plaats San Antonio Aguas Calientes in het department Sacatepequez omdat vele kenmerken overeenkomen. Kenmerken van een tzute uit deze plaats zijn volgens Wood (Blz. 38) de volgende: fijne kwaliteit van het weefsel;in kleur verschillend van de huipil (zettel 3597/368) n.l. donkerblauw, groen, rood of wit, terwijl de servilletas uit deze plaats v.n. wit zijn. Streeppatroon in dezelfde kleuren als de huipil, ingeweven patronen bestaan uit mens- en dierfiguren, ook worden eigen fantasiefiguren ingeweven. En er worden ook, zoals bij de huipil, motieven overgenomen uit geimporteerde borduurpatroonboeken. Zie verder blad 2 en 3 van zettel 3597/366. Vervaardiging Zie ook blad2 van zettel 28 van serie 3597. De hoofdbedekking bestaat uit twee delen die met een groene geglansde katoenen draad met een eenvoudige siersteek aan elkaar genaaid zijn. Ieder deel heeft vier zelfkanten. Bij beide delen is aan het begin en einde gedurende ongeveer zes inslagen met dubbele draad geweven. Aan een kant is een gedeelte van ± 5cm losser geweven met een dikkere inslagdraad. Het grondweefsel is in scheringribs. Het streeppatroon is gevormd door een aantal scheringdraden van eenzelfde kleur naast elkaar op te spannen. De twee delen hebben hetzelfde streep- en versieringspatroon. De twee donkerblauwe delen tussen de drie streepbanen zijn versierd met ingeweven patronen, die tweezijdig zijn. Deze ingeweven figuurjes zijn geinspireerd op kruissteekpatronen uit ingevoerde borduurboeken. Zij bestaan uit: zigzaglijnen, blokjes, stervormige bloemen, konijntjes, vlinders in de kleuren, die boven aangegeven zijn. De tzute werd in 1940 volgens Wood zowel op een back-strap-loom, trapperweefgetouw als in de fabriek vervaardigd. Beide eerste manieren door vrouwen.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie