De doopjurk van prinses Wilhelmina

2
A.M. Scheldhout-Picnot, circa 1880, Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje Nassau Den Haag
28 juli 2015
Kunsthistorica en voormalig conservator kostuum en textiel bij Paleis Het Loo

Wat hebben prinses Juliana, Beatrix, Christina en prins Willem-Alexander en zijn drie dochters met elkaar gemeen? Zij werden allemaal gedoopt in dezelfde Koninklijke doopjurk: de doopjurk van prinses Wilhelmina.  

Krantenbericht

De jurk waar het hier om gaat, is de prachtige jurk van Brusselse kant, point de gaze de Bruxelles, speciaal vervaardigd voor de doop van prinses Wilhelmina (1880-1962) op 12 oktober 1880. (Zie hoofdfoto: A.M. Schelfhout-Picnot, circa 1880. Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau, Den Haag.)

In 2004 werd deze doopjurk getoond in de tentoonstelling Oranje in de Wieg op Paleis Het Loo. Bij het voorbereiden van deze tentoonstelling bleek dat de maakster van dit belangrijke kledingstuk niet meer bekend was. Maar mijn onderzoek bracht gelukkig uitkomst. In een krantenbericht schreef een journalist dat hij ruim een maand vóór de doop de doopjurk al te zien kreeg. Hij berichtte als volgt:
"W
ij waren in de gelegenheid de jurk te zien, welke de jonggeboren Prinses bij den doop dragen zal: Prachtiger werk en rijker aan kunstsmaak kan men zich op het gebied van kant- en borduurwerk moeijlijk iets denken. Het ligt buiten ons terrein dat werk te beoordeelen; welligt is het hier te lande nog nooit zóó gezien; althans de bevoorregten die in de gelegenheid gesteld waren dit te bewonderen, getuigden eenparig dat de keur, de smaak, zoowel als de kunstmatige bewerking alle bewondering verdienen. Voor een deskundige in dat vak laten wij het over een beschrijving er van te geven (…) wij voor ons wenschen ons te bepalen tot het brengen van onze hulde aan onze geachte stadsgenoote mw. Schelfhout-Picnot (Hoogstraat) voor dat schoone werk, terwijl wij ons verheugen dat een der voorname magazijnen in modes en lingeries van onze stad in de gelegenheid gesteld werd, dat rijke kunstwerk te leveren …voor zoveel schoons tot de luiermand van de jonge Prinses behorende hetwelk allen door genoemde zoo gunstig bekende firma tot de hooge tevredenheid en genoegen van H.M. de Koningin bezorgd is. Wij wenschen haar geluk met die eervolle onderscheiding”.

A.M. Schelfhout-Picnot
A.M. Schelfhout-Picnot.

Hofleverancier

Mevrouw A.M. Schelfhout-Picnot (1851-1930) was de dochter van de hof- tandarts Theodore Picnot. In 1872 trouwde ze met Henry Schelfhout, schilder en zoon van de Haagse kunstschilder Andreas Schelfhout. Mevrouw Schelfhout was hofleverancier van koningin Emma; zij leverde vooral babykleding.

Dat mevrouw Schelfhout-Picnot de maaktster van de doopjurk was, wordt ook nog eens onderbouwd door een aantekening van haar schoondochter, in bezit van haar achterkleinkind, Lot Ariens Kapper-van der Peet: “Mama Schelfhout heeft zich toen in de Haute Couture begeven en had veel clienten; maar het meeste werd op crediet verkocht, zelfs bij de deftigste dames! Stuurde je een quitantie, dan was je je werkgeefster kwijt! Aardig echter is het te vertellen, dat mama Schelfhout de doopjurk voor Prinses Wilhelmina heeft gemaakt”.

Detail van de doopjurk van prinses Wilhelmna, Stichting Historische Verzamelingen van het huis Oranje-Nassau.
Detail van de doopjurk van prinses Wilhelmna, Stichting Historische Verzamelingen van het huis Oranje-Nassau.

Brusselse kant

Er wordt altijd beweerd dat het doopensemble van de kleine prinses een geschenk is geweest van koning Willem III. Maar uit rekeningen in het Koninklijk Huisarchief blijkt dat de betaling via de eigen boekhouding van koningin Emma liep. De doopjurk kostte maar liefst fl. 5.155.

Dit hoge bedrag wordt vooral verklaard door het gebruik van de kostbare Brusselse kant, versierd met verschillende bloemmotieven en het Nederlandse koninklijk wapen, die bij de betaling aan mevrouw Schelfhout-Picnot was inbegrepen. Het blijft helaas onduidelijk wie de Brusselse kant heeft geleverd. Een goede kandidaat is de fabrikant Léon Sacré in Brussel; hij leverde veelvuldig kant aan koningin Emma. Léon Sacré werd in zijn tijd geroemd om zijn producten, die werden omschreven als kunstwerken, vooral die uitgevoerd in de point de gaze.

Hoewel zeer kostbaar, werd de jurk door een gouvernante van prinses Wilhelmina, Louise Besier, niet goed behandeld. Nadat zij de doopjurk een keer aan iemand had getoond, frommelde zij de 180 centimeter lange doopjurk, tot afschuw van een hofdame die dit noteerde, zomaar in de doos terug. Maar gelukkig heeft de jurk de tand des tijds toch overleefd.  

Doop van Prinses Juliana op 5 juni 1909, Jan Hoynck van Papendrecht, 1909, Paleis Het Loo Apeldoorn, bruikleen GVON.
Doop van Prinses Juliana op 5 juni 1909, Jan Hoynck van Papendrecht, 1909, Paleis Het Loo Apeldoorn, bruikleen GVON.

Doopsluier

Bij de doopjurk hoorde een doopsluier. Helaas is de etiquette van het gebruik van de doopsluier steeds meer verloren gegaan. Bij de doop van prinses Juliana in 1909 werd de sluier nog wel goed vastgehouden, wat niet meevalt zoals te zien is op de foto.

Doopstoet van Prinses Beatrix in de Grote Kerk te Den Haag. Fotograaf onbekend, 1938. Koninklijke Verzamelingen, Den Haag.
Doopstoet van Prinses Beatrix in de Grote Kerk te Den Haag. Fotograaf onbekend, 1938. Koninklijke Verzamelingen, Den Haag.

Bij de doopplechtigheid van prinses Beatrix in 1938 droeg de grootmeesteres naar oud gebruik de baby eveneens de kerk binnen. Het was gebruikelijk dat de slippen van de doopsluier werden gedragen door twee of vier slippendragers, meest kamerheren van de moeder. Maar deze keer hielden de slippendragers de doopsluier als een soort gordijn omhoog, terwijl het eigenlijk de bedoeling was om de baby ermee te bedekken en aan weerszijden de slippen vast te houden. Bij de doop van prins Willem-Alexander in 1967 werd de sluier helaas niet meer gebruikt. Maar de jurk heeft gelukkig wel bij meerdere Koninklijke dopen in alle pracht mogen schitteren, voor het laatst bij de doop van prinses Ariane in 2007.

Doop van Prinses Ariane op 20 oktober 2007, RDV.
Doop van Prinses Ariane op 20 oktober 2007, RDV.
 
Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

30 jan 2017

Ange Mara Pinot was mijn overgrootmoeder.
Van die foto van haar heb ik een aanzienlijk betere scan gemaakt maar die kan ik hier niet bijvoegen. Geef me svp een e-mail adres dan stuur ik de foto op samen met de scan van het artikeltje uit de Maasbode.
De bestelling van de doopjurk werd meteen een gerucht.

Dit heb ik uit De Maasbode 10 juli 1879:

Oranje --- wordt zoodoende feitelijk universeel erfgenaam
zijner moeder. De prins zal over eenigen tijd het paleis
van den overleden Kroonprins betrekken: het merendeel
van diens bedienden heeft Z.K.H. reeds aan zijn
hofhouding verbonden. De quaestie der benoeming van
een stadhouder in het groothertogdom Luxemburg is,
door het overlijden van den Prins van Oranje, een nieuwe
phase ingetreden. Er is nu natuurlijk geen sprake
meer van de opdracht dezer waardigheid aan Prins
Alexander. Of daardoor de kansen van den prins
von Wied grooter worden? Ik betwijfel het. Waarschijn-
lijk zal het stadhouderschap vooreerst onvervuld blijven.
Nog een mededeeling omtrent het koninklijk huis.
Bij de firma Schelfhout-Picnot --- in lingeries --- te
`s Hage, is een bestelling gedaan, die mij het recht geeft
tot de mededeeling dat de natie eerlang met een ver-
rassende tijding zal worden verblijd.

NB: de regeleinden zijn conform de originele krantenkolom.

31 jan 2017

Wat een ontzettend leuke aanvulling! U kunt de foto en scan sturen aan [email protected]. Wij zouden deze graag gebruiken voor dit blog. Alvast veel dank hiervoor!

Reactie