Modemuze in gesprek met: Jane Stjeward-Schubert

1
11 januari 2018
Student Journalistiek

Als zestienjarige kwam Jane Stjeward-Schubert vanuit Suriname naar Nederland. Jane’s zoektocht naar haar roots begon nadat ze de vraag kreeg wat er zo mooi is aan de Surinaamse cultuur. “Ik  schaamde me, omdat ik hier niet meteen een antwoord had en ging op onderzoek uit.

Het zou mij en anderen niet meer gebeuren dat ik hier geen antwoord op had. Terwijl dat antwoord tot mijn zestiende gewoon in Suriname buiten op straat lag.” Het werd de bron voor haar bijzondere verzameling en kennis.

Gele Koto uit de verzameling van Jane Stjeward-Schubert op een paspop

Ontdekken

“De eerste plek waar ik mijn onderzoek ging doen was in de bibliotheek. Hier kwam ik al snel bij de Surinaamse klederdracht uit. Ik was gefascineerd door de verhalen en wilde graag nog meer weten. Zo kwam ik uit bij de klederdrachtenorganisatie ‘So-Mi-Tan’ (zo ben ik) en zij organiseerden regelmatig Kotoshows. Hier kwam ik ook in aanraking met de kunst van angisa binden en begon ik met verzamelen van koto’s en angisa’s.”

“Ik was toen in de dertig en een van de jongere leden van de vereniging. Ik wilde het angisa binden heel graag leren. Door te kijken naar de oudere dames kreeg ik het een beetje onder de knie en oefende thuis. Het leek nergens op, maar ik was heel trots.” Jane mocht bij een van de dames thuis komen om meer te leren over de bindkunst. In 1996 was ze daar uitgeleerd en besloot ze om naar Suriname te gaan. Twee jaar lang ging ze in de maand juni naar haar vaderland om meer te leren en het binden te perfectioneren.

Deze koto heeft in de jaren 90 tijdens een show in Rotterdam de 1e prijs gewonnen. Deze kanten koto heeft een bijbehorende ‘proise ede’ angisa, schouderdoek, paraplu, koperen emmer en overige toebehoren.

Culturele oma

In Suriname leerde ze veel van haar ‘culturele oma’ Lucy ‘Sisi’ Slijngaard. “Ik heb haar de laatste drie jaar van haar leven mogen kennen. Ze leerde me ontzettend veel over angisa’s maar ook over de historische klederdracht. Zij leefde dichterbij de slavernij dus ze kon me hier veel over vertellen.”  Na de lessen in Suriname ging Jane vol vertrouwen aan de slag. "Nu hoeft niemand mij nog iets te leren wat het vouwen van angisa´s betreft. Ik vouw heel graag voor anderen. En dat mensen mijn gevouwen angisa's in de kerk of op feestjes herkennen, vind ik een groot compliment. "

De koto die Jane van haar culturele oma ‘Sisi’ heeft gekregen.

Verzamelen

Tijdens de zoektocht naar haar roots heeft Jane ook verzamelingen van koto’s en angisa’s aangelegd. Er zijn een aantal stukken die het meest voor haar betekenen en waar mooie verhalen aan verbonden zijn. Zo heeft ze bijvoorbeeld een prijswinnende koto en heeft ze een batik-koto geërfd van haar schoonmoeder. Maar ook van culturele oma ‘Sisi’ heeft ze er een gekregen. “Sisi heeft me een koto geschonken op haar sterfbed, deze is gemaakt van een odo-hoofddoek. Deze hoofddoek heeft een betekenis en wordt omschreven als: ‘Taki san yu wani, urulibi switi’ (je kan zeggen wat je wil, maar een losbandig leven is lekker)."

“Een andere belangrijke koto voor mij is er een van een deftige dame uit Suriname. Zij hoorde van mijn zoektocht en zocht contact. Zij verkocht een aantal kostbaarheden om daarmee een medische behandeling te bekostigen, maar zij wilde haar stukken alleen kwijt aan iemand die er naar behoren mee zou omgaan. Dat ben ik nooit vergeten.” 

Een andere koto van Jane met een verhaal is de kleurige, geruite madras-koto. Deze stof is iets specialer en luxueuzer omdat er brokaat doorheen is geweven. Deze komt uit de tijd van de slavernij. “Deze koto werd gedragen door een Sisi. Zij draagt op haar hoofddoek een hoed om haar vooraanstaande plaats aan te geven. Zij was dan ook het lievelingetje van de meester.”

Madras Koto, van een geruite stof met brokaat erin verweven. Deze werd gedragen door een Sisi. Zij onderscheidde zichzelf door een hoed op haar agnisa te dragen.

Hoedenmaker

Naast het verzamelen van koto’s en angisa’s heeft Jane ook een grote hoedencollectie. Deze hoeden maakt ze zelf en het is een passie die ze pas op latere leeftijd ontdekte. “Ik ben ongeveer tien jaar geleden begonnen met het maken van hoeden. Als lid van de ‘Red-hat society’ hebben we eens een workshop hoeden maken gevolgd. Tijdens deze workshop ontdekte ik mijn talent voor het maken van hoeden. Vervolgens ben ik met een ‘Red Hatter’, die al hoeden maakte, naar een groothandel gegaan voor materiaal en daar moest ik iets mee gaan doen." 

"Ik creëerde mijn eigen stijl en haal mijn inspiratie uit de bindtechnieken van de angisa.” Haar merk JaneSS verwijst dan ook naar degene die haar veel geleerd heeft: Sisi.  Ze heeft mooie dingen mogen doen door haar passies, zo heeft ze vaak voor anderen hoeden gemaakt en kozen politica’s Tanja Jadnanansing tijdens Prinsjesdag (2010) en Nevin Özütok (2017) voor een hoed van JaneSS. Voor Kathleen Ferrier mocht zij in 2010 een outfit voor Prinsjesdag maken.

De hoed genaamd Angisa on Top, die uit Jane haar hoedencollectie komt. Het verhaal achter deze hoed is hieronder te lezen.

De hoeden die Jane ontwerpt hebben altijd een betekenis. Zo is er bijvoorbeeld de in 2015 ontworpen ‘Angisa on Top’. “Deze heeft als boodschap dat in het verleden de Sisi bovenop haar angisa een hoed op moest vanwege haar vooraanstaande positie. Nu de angisa is verheven mag het boven op de hoed of hoedenrand gedragen worden, hetgeen een statige vertoning geeft aan de draagster.” Naast hoeden maken blijft Jane natuurlijk bezig met het vouwen van angisa’s en voegt regelmatig nieuwe versies toe aan haar collectie.

Een van Jane’s nieuwe angisa’s : “De bloemige boketi staat voor een ruiker en is een feestelijke variant voor de moderne kotomisie die niet kiest voor de vertrouwde prois ede, maar een opzichtige boketi (3 hoofddoeken gevouwen tot ruiker"

Kennis doorgeven

Als trotse cultuurliefhebster heeft Jane nog een belangrijk doel. Ze wil al haar kennis graag overdragen zodat de jongere generaties weten wat de Surinaamse klederdracht inhoudt. “De angisa, is net als de koto toegevoegd als immaterieel cultureel erfgoed van Suriname en Nederland, dus de kennis moet behouden blijven. Ik wil graag mijn kennis doorgeven zodat mensen de juiste techniek van het vouwen onder de knie krijgen.” Daar is ook veel behoefte aan. Haar workshops worden graag bezocht en bij gebrek aan ruimte stellen belangstellenden hun woning open zodat ze daar haar kunstvorm kan doorgeven aan anderen.

Zie ook 

Website JaneSS

Zoek ook op angisa'skoto's of kotomisi in de verzameling van de partners.

 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Si
17 mei 2018

Geweldige interview, ok hoop ooit in jouw voetsporen verder te kunnen gaan met JUVANNA KOTO.

Reactie