Zilveren kledingspeld in de vorm van een driehoek

 

Kledingspeld (fibula) in de vorm van een driehoek. Deze zilveren speld is onderdeel van een paar kledingspelden (met TM-3064-3) dat door een lange schakelketting verbonden werd van ring naar ring...

Objectnummer
TM-3064-4
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
laat 19de-vroeg 20de eeuw
Herkomst
Anti-Atlas

Kledingspeld (fibula) in de vorm van een driehoek. Deze zilveren speld is onderdeel van een paar kledingspelden (met TM-3064-3) dat door een lange schakelketting verbonden werd van ring naar ring (punt naar punt). De schakelketting ontbreekt echter. Omwille van de fijne gaatjes worden deze kledingspelden 'tizerzai n'taouka' genoemd: kledingspelden met wormgaatjes. De techniek van kledingspelden met wormgaatjes is typerend voor de regio's van de Hoge Atlas en het Anti-Atlasgebergte. De kledingspelden uit deze regio's onderscheiden zich van andere streken door hun verfijnde afgewerkte zijkanten en de subtiele uitvoering van filigraan en emailtechniek (Grammet 1998). Deze fibulae zijn afkomstig uit de westelijke Anti-Atlas. De driehoeksvorm van de speld zou volgens bepaalde onderzoekers en literatuur verwijzen naar een oervorm en wordt geïnterpreteerd als een verwijzing naar de vrouwelijke vruchtbaarheid. Kledingsspelden kunnen afhankelijk van de regio verschillende vormen aannemen: driehoekig, rond of een driehoek met ramshorens aan de zijkanten die verwijzen naar de ram als vruchtbaarheidsdrager (zie TM-5504-10). Kledingspelden (fibulae) hebben zowel een gebruiks- als een sierfunctie. Ze worden door Berbervrouwen gebruikt om de wikkeldoek vast te binden. Een langwerpige lap stof wordt zo rond het lichaam gewikkeld en ter hoogte van de borsten met kledingsspelden zo bevestigd dat de armen vrij blijven. De kledingspelden worden dus steeds per paar gedragen, waarbij de twee spelden door een ketting worden verbonden. De sluitring van de kledingspeld wordt eerst naar voren gekanteld, daarna wordt de pin door de 2 lagen stof gestoken; de sluitring wordt naar boven gekanteld en met een draaibeweging achter de pin heen bevestigd. De ketting, sinselt of asherrab genaamd in het Berber, dient om de kledingspelden samen te houden, maar ook als borstversiering. Zij kan eenvoudig zijn ofwel versierd in het midden met een grote eivormige bol (tagmout, Berber) of een grote amulet, meestal met emailwerk versierd. De traditie in Marokko wil dat sieraden van generatie op generatie, van moeder op dochter werden overerfd. De toekomstige bruid kreeg in haar uitzet bijna altijd een paar fibula. Naast de gebruik- en sierfunctie dienden deze sieraden nog een ander, economisch, doel. Men bewaarde ze om in situaties van financiële nood te kunnen verkopen of te ruilen. Sieraden hebben ook een communicatieve waarde en kunnen bepaalde boodschappen overbrengen. Een sieraad is bijvoorbeeld een teken van liefde. Een vrouw die een fibula, armband, halssnoer, oorring of een khamsa (handje) van zilver draagt, laat haar verbondenheid met haar tradities en afkomst zien. Tot de sieraden waaraan vrouwen een bijzonder waarde hechtten behoren de fibulae en khamsa's (handjes). Deze sieraden hebben vaak een magische betekenis gekregen. Tegenwoordig wordt met name de driehoekvormige fibula als symbool voor de Amazighidentiteit gebruikt (info 2004). Het embleem van de driehoekvormige fibula vindt men terug in diverse uitingen van kunst en cultuur en tijdens manifestaties. Vervaardiging Deze zilveren speld is ajour bewerkt met rozetten in het midden en aan de drie hoeken. De rozet in het midden is met groen en oranje email gedecoreerd. De kleine rozetvormige verhogingen in de drie hoekpunten zijn niet geëmailleerd. De basis voor deze kledingspeld is vervaardigd door een driehoekig framewerk op te vullen met fijne handgevormde buisjes die verbonden zijn met een soldeerbindsel. Door het geheel te verhitten tot bijna smelttemperatuur gaat het geheel zich binden. Dit geheel wordt in twee helften gezaagd en men krijgt twee identieke kledingspelden. Aan de onderste punt van de driehoek zit een scharnierend oogje. De aanzet tot de pin en de pin zelf zijn versierd met geometrische gegraveerde motieven. De geometrische motieven en vormen worden met behulp van een hamer en burijn op een houten aambeeld gegraveerd. De uitgediepte delen worden daarna opgevuld met een zwarte stof. Deze stof is gemaakt van hars van de jeneverbesboom (taqqa). De hars smelt door verhitting en wordt over de band gegoten, die eveneens verhit en nog warmer is. De hars vult de reliëfpartijen op en na afkoeling wordt de overtollige hoeveelheid hars weggeslepen met een vijl. Tenslotte worden de speld gepolijst waardoor de tegenstelling van het glanzend witte zilver tegen de bruinzwarte vulling duidelijk naar voren komt.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie