Zilveren armband

 

Zilveren armband met drie horizontale sierbanden. De buitenste banden zijn gedecoreerd met ruitvormige plaatjes afgewisseld met gegranuleerde rozetten tegen een ondergrond van spiraalgewenteld...

Maker
Vervaardiging: D. (Dawud) Iraqi
Objectnummer
TM-5412-10
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
voor 1920
Herkomst
Taiz

Zilveren armband met drie horizontale sierbanden. De buitenste banden zijn gedecoreerd met ruitvormige plaatjes afgewisseld met gegranuleerde rozetten tegen een ondergrond van spiraalgewenteld zilverdraad. De middelste sierband bestaat uit rozetten van granules en filigrein. Deze worden afgewisseld met parelsierranden van in profiel gewalst zilverdraad. De negen zettingen op de voorzijde van de sluiting waren oorspronkelijk gevuld met kralen, bijvoorbeeld van koraal (zie bijvoorbeeld Muchawski-Schnapper 2000: 122). Bij veel exemplaren van dit type zijn de kralen uit de zettingen verdwenen.

De armband is aan de binnenkant gesigneerd. In het algemeen bevatten stempels met signaturen de voor- en achternaam van de maker, een indicatie van de puurheid van het zilver, en soms ook de naam van de stad waar de smid vandaan kwam en een jaartal. Joodse zilversmeden gebruikten zowel Hebreeuwse als Arabische karakters voor signeren. Hier bevatten de stempels de naam van de joodse maker, Daw[ud?] Iraqi en het Arabische woord mukhlas, dat puur betekent en de koper garandeert dat het zilvergehalte minstens 85% bedroeg. Waarschijnlijk is de zilversmid familie van Salim Iraqi, van wie het Tropenmuseum twee andere armbanden bezit (TM-4313-40a en TM-4313-40b). Zijn voornaam Dawud wijst op een joodse afkomst. De familie Iraqi was een joodse familie van zilversmeden die actief was in Sana’a. Hoewel de joodse gemeenschap relatief klein was, waren er in de hoofdstad Sana’a op een bepaald moment zo’n driehonderd joodse zilversmeden werkzaam (Muchawski-Schnapper 2000:113,121). Dit aantal liep drastisch terug na de emigratie van veel joden naar Israël rond 1949-1950. Werk van joodse zilversmeden werd zowel door moslims als door joodse Jemenieten gewaardeerd: de karakterisering van een zilveren sieraad als joods was en is een kwaliteitskenmerk.

Armbanden werden, net zoals enkelbanden, over het algemeen in paren gedragen. Op hun bruiloft droegen joodse vrouwen tot wel vijf paren armbanden. Moslimvrouwen in de Hadramaut, een bergachtig gebied in het Zuidoosten van Jemen, droegen bij bruiloften tot wel zeven paren armbanden (Ransom 2011: 30-31). Uit de grote aantallen soortgelijke armbanden die ook in andere Midden-Oosterse landen dan Jemen worden aangeboden, blijkt de populariteit van het type. Ze variëren onderling in de decoratie van de horizontale sierbanden. Het type werd echter alleen op het Arabisch Schiereiland gemaakt.

Vervaardiging
De armband bestaat uit twee helften van gebogen zilverplaat die met elkaar zijn verbonden door twee cilindervormige scharniersluitingen. De scharnieren zijn driedelig en omwonden met fijn zilverdraad. Een ervan is met een loodachtige substantie dichtgemaakt; de ander bevat een schroefpin bekroond met een rozet en is aan de voorzijde gedecoreerd met negen lege cirkelvormige zettingen geordend in ruitvorm. De armband is dubbelwandig: de binnenwand is onversierd op enkele stempels na. De buitenwand loopt halfbol en is ingedeeld in drie horizontale sierbanden: de buitenste zijn gedecoreerd met ongedecoreerde ruitvormige plaatjes afgewisseld met gegranuleerde rozetten tegen een ondergrond van spiraalgewenteld zilverdraad. De middelste sierband bestaat uit rozetten van granules en filigrein. Deze worden afgewisseld met parelsierranden van in profiel gewalst zilverdraad.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie