Wollen deken

Materiaal: naturel en gekleurde wol (zwart of donkerbruin, roze, oranje, groen en geel) zou handgesponnen en handgeverfd kunnen zijn, borduurgarens (lichtblauw, donkerblauw, geel). Techniek: twee banen, keper weefsels en platbinding over twee ketting- draden, inslag zichtbaar. De banen zijn aan elkaar gezet met een brede platsteek, een 'randa'. Zie tekening. Om de ca. 4 cm. wisselend van kleur, in totaal ca. 4 cm. breed. De baan is opgezet met zwarte of donkerbruine kettingdraden, op de buitenste randen na, waar over ca. 2½ cm. naturel draden zitten. De onder en bovenkant van weefsel is gemaakt met enkele centimeters inslag in zwart, rose en oranje. Platbinding over twee draden, Een strepenpatroon van ca. 20 cm. begint vanaf ca. 20 cm. van de onder en bovenkant. De strepen zijn naturel (platbinding) en zwart (keper), er lopen enkele smalle roze en oranje strepen door. De rest van de baan is met een witte inslag gemaakt, keperweefsel (twee kettingdraden op- nemend, iedere inslag verspringen) waardoor een diagonaal naturel- zwart gestreept patroon is ontstaan. Van de inslagen zijn franjes gemaakt, die aan één kant van de deken voor de helft zijn afgewerkt: twee strengen van twee draden in elkaar gedraaid met aan het eind een knoopje. Aan de kant van de niet afgewerkte franje zijn de laatste 20 cm. niet aan elkaar geborduurd met de randa. Om de twee punten enigszins bij elkaar te houden zijn twee franjedraden aan elkaar geknoopt. De deken wordt gedragen door de Trique-vrouwen in Chicahuaxla, maar geweven door de Mixteken, in San Miguel el Grande, dicht bij Chalcatongo.