Vingerring

 

Gedecoreerde mannenring (cincin topak gajah) van goud. Deze ring, met een brede achtkantige platte knop, is een voorbeeld van Minangkabau edelsmeedkunst waar gebruik is gemaakt van Sumatraans goud...

Doorzoek de website met tags
Objectnummer
RV-2299-139
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
Voor 1936
Herkomst
Sumatera Barat (provincie)

Gedecoreerde mannenring (cincin topak gajah) van goud. Deze ring, met een brede achtkantige platte knop, is een voorbeeld van Minangkabau edelsmeedkunst waar gebruik is gemaakt van Sumatraans goud en buitenlandse technieken. Minangkabause "Koninklijke sieraden" werden niet alleen voor het hof gemaakt, maar ook gedragen bij ceremoniële kostuums, met name bij bruiloften. Net als in andere delen van Indonesië, leven hier hoftradities voort in huwelijksceremonies, waar de bruid en bruidegom gezien worden als een "Koninklijk Paar". Deze ring is in 1936 geschonken Mevr. E. V. Deventer- Maas. Zij was weduwe van de liberale politicus Mr. C. Th. Van Deventer. De Indische krant "De Locomotief" publiceerde in 1901 een artikel van Van Deventer: "De ethische koers in de koloniale politiek". Hierin stelde hij dat Nederland een "Eereschuld" aan Indië had. De economische winst die Nederland in Indie gemaakt had moest van nu af aan aan de Indische bevolking ten goede komen. Van Deventer's artikel was een pleidooi om de morele schuld af te betalen. Zijn pleidooi vond weerklank, en leidde tot een nieuwe koers m.b.t. de kolonien, de z.g. "ethische politiek". In de troonrede van 1901 verklaarde Koningin Wilhelmina, dat deze ethische politiek officieel regeringsbeleid was geworden.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie