Steekmouw

Oorspronkelijk zijn steekmouwen bedoeld als een gemakkelijk vervangbare en wasbare bescherming tegen het vuil worden van de borsikmouwen. Tegenwoordig worden ze uitsluitend nog op zon- en feestdagen gedragen en zijn ze een sieraad van pronk geworden. 's Zomers zijn de steekmouwen gemaakt van het z.g. "ruggetjesgoed"; dit is het goed dat gebruikt wordt voor de rug van de voorpanden, waarmee ze soms een stelletje vormen. 's Winters wordt bij de rode wollenofjaponborsik gebreide steekmouwen gedragen. Deze zijn van zwart sarris of donker- blauw sajet met witte katoenen boorden, soms wit sajet. De witte boorden bestaan meestal uit ingewikkelde en sierlijke patronen. Of de oorsprong van deze randpatronen Markens is valt te betwijfelen, maar de toepassing ervan is wel typisch Markens. In de loop der tijd hebben allerlei randen namen gekregen die in andere delen van Nederland niet bestaan, bv.; pasium-, golfjes- of waaierboord, koffieboon, hanekam, pauweveer, etc. De randen worden in het rond gemaakt op 4 breinaalden en bevatten aan de bovenzijde altijd de "muizetandjes", een soort kartelrandje. Door de werking van de patronen krijgt de rand bijna steeds een geschulpt verloop. Ondermouw van zwarte wol, boordje van twee recht en twee averecht, daarna een recht stuk, aan de bovenzijde een rand van witte katoen beginnend met "muizetandjes", daarna een soort golfpatroon.