Schort gedragen achter een begrafenisstoet door vrouwen die geen direct familielid van de overledene zijn. De stof is enkel breed, (in de 19e eeuw bestond alleen enkelbrede ruitstof, zgn fries)....
Schort gedragen achter een begrafenisstoet door vrouwen die geen direct familielid van de overledene zijn. De stof is enkel breed, (in de 19e eeuw bestond alleen enkelbrede ruitstof, zgn fries). Het schort bestaat uit twee breedtes. Schorten van dubbelbrede katoen worden bij rouw in het werk gedragen. Rouwschort; geheel donkerblauw met witte ruitstreep. Middenvoor zijn twee zelfkanten aan elkaar gestikt. De uiteinden van de tailleband zijn verstevigd met 2 driehoekige stukken karton, die bij het dragen omgeslagen worden. Sluit met 2 zwarte bandjes in de taille.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie