Robe à l'anglaise van groene zijde damast

 

A: Lijfje van een tweedelige japon van groene damastgeweven zijde met grote bloemen en bladeren; het rugpand van het lijfje bestaat uit twee delen met een naad middenachter; de plooien zijn in...

Objectnummer
2415 a-c
Instelling
Huis Van Gijn
Periode
1770/1780

A: Lijfje van een tweedelige japon van groene damastgeweven zijde met grote bloemen en bladeren; het rugpand van het lijfje bestaat uit twee delen met een naad middenachter; de plooien zijn in V-vorm vastgestikt op het rugdeel dat in een punt uitloopt even voorbij de taille; korte gladde zijpanden die deels doorlopen tot de aan de voorzijde; aan het lijfje zit het rokdeel door middel van plissé plooitjes vast; vanaf deels achter tot bijna midden voor is het rokdeel gevoerd met groene zijde; het lijfje is gevoerd met wit linnen; vanaf achter, over de schouder naar voren zit links en rechts een brede band tot onderaan het rokdeel; het lijfje sluit in drie losse delen met haken en ogen; de middelste sluiting heeft vertikale plooien; men kan de fichu (omslagdoek, inv.rn 13003), tussen de voorsluiting heen 'weven'; achter het linnen gedeelte van de binnenkant van het lijfjezitten twee ogen en voor, op het linker en rechter pand, is in een lus een bandje genaaid, hierdoor kon men met behulp van een bandje het lijfje strak tegen de romp trekken. B: Rok van een tweedelige japon van groene damastgeweven zijde met grote bloemen en bladeren; de rok bestaat uit 6 panden (tablier); de stof in de taille is gerimpeld samen met de voering en aan een groenen linnen bies gezet; midden achter is aan de taille een stukje groene zijde ingezet; links en rechts een sluiting met haak en een oog en eensplit van 25 cm.;de voering is bruin en uitgevoerd in een linnenbinding. C: onderrok, niet meer aanwezig.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie