Priesterkleed

ritueel kleed voor een Woe-priester kazuifel van paarsig zwarte zij. omzoomd met rood-zijden stroken,   het geheel geborduurd met gouddraadstiksels, vooral op de   rugkant. Als achtergrond dient een patroon van gestyleerde wolken   met hier en daar kraanvogels in vlucht. Tegen deze achtergrond is   in het midden een voorstelling van een pagode met 7 daken.   geflankeerd door vierklauwige draken in wolken en vlammen.   Onderaan: de berg T'ai omspoeld door hoge golven. Dit hartvormige   middenstuk is omkrant met bollen die hemellichamen voorstellen.   Op de schouder zijn afgebeeld: de maan met de witte haas, die het   levenelixir bereidt, en de zon met een haantje (in plaats van de   driepotige rode kraai). Om dit middenstuk staan ringsgewijs:   binnenste ring: de tekens van de vier windstreken en twee mij   onbekende symbolen; buitenring: de acht trigrammen.  De rode rand van het kleed is geborduurd met de zogenaamde Acht   Taoistische Symbolen, en trigrammen. Op de witzijden slippen aan   de voorkant van het kleed: een draak en een tijger als symbool   voor Yang-Yin. Op de gele voering van ruw hennepweefsel staat:   ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...,  De Hal waar men de ware Tao cultiveert. De vierde maand van het   jaar overeenkomend met 1904. Ik (in het Woe-taalgebied) Ting   Ming-tsje.  Lit.: J.J.M. de Groot: The Religious System of China, Book II,   vol.VI, pag.1264, plaat XVIII.