Paarse mouwen voor de lichte rouw

 

Paarse mouwen gemaakt van rood-wit-zwarte katoen en een lijfje van witte flanel. Het jak is gevoerd met witte katoen en afgezet met rood-wit langet. Deze mouwen zijn gedragen voor in de lichte...

Doorzoek de website met tags
Maker
onbekend
Objectnummer
006069
Instelling
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Periode
1950 - 1957
Credits
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Herkomst
aankoop 1957-03-11

Paarse mouwen gemaakt van rood-wit-zwarte katoen en een lijfje van witte flanel. Het jak is gevoerd met witte katoen en afgezet met rood-wit langet. Deze mouwen zijn gedragen voor in de lichte rouw. Lijfje wit flanel, voorpanden doorlopend naar rugzijde, rugpand langer, rond armsgaten en de mouwen van rood-wit-zwart gestreepte katoen, gevoerd met witte katoen en afgezet met rood-wit langet. Vanaf Pinkster tot St. Maarten en vanaf haar 6e tot 16 jaar, draagt het meisje "de mouwen". Vanaf haar 16e jaar draagt de vrouw niet alleen deze periode de mouwen, maar ook vanaf 2e kerstdag tot 1e paasdag, maar dan wel 2 paar over elkaar. Voor de mouwen wordt een verscheidenheid aan gestreepte patronen gebruikt in rood-wit-blauw. Of de draagster al of niet in de rouw is, bepaald welke kleur en welk patroon er gekozen zal worden. Een jong meisje dat aan geen enkele rouw is gebonden, kan vrij kiezen uit de "wildste" combinatie. Zware rouw beperkt echter tot donkerblauw-wit, waarbij het wit een ondergeschikte rol speelt. Bij verschillende gradaties van zware tot lichte rouw, treedt wit weer meer op de voorgrond en is zelfs rood weer toegestaan. Men spreekt dan van "paarse" mouwen. Wanneer een; draagster echter zware rouw heeft gehad keert ze nooit meer terug tot de "wilde" kleuren. "Witte mouwen" van dunne wollen stof met ingeweven katoenen streep, wordt gedragen door de witte bruid. Witte mouwen van wit molton of wit linnen worden gedragen door ongehuwde, jonge vrouwen op Pinkster III en door de "schone kok" (soort bruidsmeisje) op de bruidsdagen.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie