Paar zilveren kledingspelden met ketting

 

Paar driehoekige kledingspelden (fibulae), verbonden door een schakelketting. De siermotieven die op dit sieraad zijn gegraveerd bestaan uit florale motieven in laag reliëf, lijnen en cirkels. De...

Objectnummer
TM-5504-10
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
midden 20de eeuw
Herkomst
Zuid-Marokko

Paar driehoekige kledingspelden (fibulae), verbonden door een schakelketting. De siermotieven die op dit sieraad zijn gegraveerd bestaan uit florale motieven in laag reliëf, lijnen en cirkels. De driehoeksvorm van de spelden, ook wel 'ramskop' genoemd, verwijst naar een oude cultus in Noord-Afrika, namelijk de cultus van de ram (Izemer in het Berbers). Deze cultus voert volgens sommige wetenschappers terug op de verering van de god Amon in het oude Egypte. De tempel van Amon bevond zich in de Egyptische oase Siwa die door Imazighen bewoond werd. De ram stond symbool voor lichamelijke kracht, viriliteit en een actief leven (Haddadou 1993: 172). Behalve bij sieraden wordt het driehoeksmotief gebruikt in de Amazigharchitectuur, zoals in houten kapitelen (Flint 1973: 11). De schakelketting, sinselt of asherrab (Berber) genaamd, is voorzien van twee kokers. De kokers van dit sieraad hebben de vorm van een heiligengraf en kunnen een amuletpapier bevatten (harz). Dit sieraad is waarschijnlijk afkomstig uit de Ihahen-regio in het zuidwesten van de Hoge Atlas, Rabaté (1996: 163) toont een vergelijkbaar voorwerp. Kledingspelden (fibulae) hadden zowel een gebruiks- als een sierfunctie. Ze werden door Amazighvrouwen gebruikt om wikkeldoeken vast te binden. Daarnaast waren ze onderdeel van de borstsieraden die vrouwen bij feesten en andere bijzondere gelegenheden droegen. Fibulae werden vaak als paar gedragen, de twee spelden werden dan door een ketting verbonden. Deze manier van dragen vereist een zekere precisie, namelijk dat iedere speld precies op schouderhoogte wordt vastgemaakt terwijl de ketting ter hoogte van de buik hangt. De schakelketting, sinselt of asherrab (Berber) genaamd, kon eenvoudig zijn, maar is ook vaak voorzien van een bolvormig hangertje dat versierd is met (edel)stenen of andere ornamenten of een versierde amulet. Fibulae konden ook zonder ketting, los van elkaar, gedragen worden. Fibulae zijn er in diverse vormen, de meest voorkomende vormen zijn: driehoek, ruit of cirkel. Met name de driehoekvormige fibula wordt tegenwoordig als symbool voor de Amazighidentiteit gebruikt. Het embleem van de driehoekvormige fibula vindt men terug in diverse uitingen van kunst en cultuur en tijdens manifestaties (info 2004). De traditie in Marokko wilde dat sieraden van generatie op generatie, van moeder op dochter, werden overerfd. De toekomstige bruid kreeg in haar uitzet bijna altijd een fibula. Naast de gebruiks- en sierfunctie dienden deze sieraden nog een ander, economisch, doel. Men bewaarde ze om in situaties van financiële nood te kunnen verkopen of te ruilen. Sieraden hebben ook een communicatieve waarde en kunnen bepaalde boodschappen overbrengen. Een sieraad is bijvoorbeeld een teken van liefde. Een vrouw die een fibula, armband, oorring of een khamsa (handje) van zilver draagt, laat haar verbondenheid met haar tradities en afkomst zien. Tot de sieraden waaraan vrouwen een bijzonder waarde hechten behoren de fibulae en khamsa's (handjes). Deze sieraden hebben vaak een magische betekenis gekregen. Dat Amazighsieraden of sieraden van het platteland meestal van zilver vervaardigd zijn, in tegenstelling tot de stedelijke sieraden die meestal van goud zijn, is deels te verklaren door de aanwezigheid van zilver als metaal in deze gebieden. Een andere reden is dat zilver goedkoper is dan goud. Een derde verklaring, van etnografische aard, is dat men denkt dat zilver een 'gezegend metaal' is en 'zuiverheid' symboliseert, in tegenstelling tot goud dat 'ongeluk brengt'. Vervaardiging Dit paar kledingspelden (fibulae) is gesmolten, in vorm gegoten en vervolgens met een schaar afgewerkt. De motieven zijn geciseleerd. Het gebruikelijke procedé is als volgt: nadat zilver (ruw zilver of gebruikte sieraden en/of muntstukken) in een smeltkroes gesmolten is, wordt het in een tweedelige gietvorm gegoten waarin de afdruk van de speld op nat zand gemaakt is. Vervolgens worden de twee stukken van de gietvorm van elkaar verwijderd en de gevormde speld hieruit gehaald. De ringen van de fibulae zijn uit draad getrokken. Metaal wordt gesmolten en in staafvormig gegoten, vervolgens wordt het met een hamer geslagen tot een dun staafje dat met een tang gebogen kan worden. De geometrische motieven en vormen worden met behulp van een hamer en burijn op een houten aambeeld gegraveerd. De uitgediepte delen worden daarna opgevuld met een zwarte stof. Deze stof is gemaakt van hars (taqqa). De hars smelt door verhitting en wordt over de band gegoten, die eveneens verhit en nog warmer is. De hars vult de reliëfpartijen op en na afkoeling wordt de overtollige hoeveelheid hars weggeslepen met een vijl. Tenslotte worden de speld gepolijst waardoor de tegenstelling van het glanzend witte zilver tegen de bruinzwarte vulling duidelijk naar voren komt.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie