Ondermuts

 

De zwart geborduurde ondermuts wordt gedragen onder de oorijzermuts. Door het dunne, witte neteldoek van de oorijzermuts schemert het zwarte borduurwerk heen. Soms zijn de figuren zelfs een beetje...

Maker
onbekend
Objectnummer
000816
Instelling
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Periode
1920 - 1940
Credits
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Herkomst
aankoop 1949-09-01

De zwart geborduurde ondermuts wordt gedragen onder de oorijzermuts. Door het dunne, witte neteldoek van de oorijzermuts schemert het zwarte borduurwerk heen. Soms zijn de figuren zelfs een beetje te zien. De snit van de bol is na 1920 veranderd; voordien droeg men het haar namelijk hoog op het hoofd, terwijl het na 1920 laag in de nek gedragen werd. Ook het borduurwerk is in de loop der jaren veranderd: vroeger beperkte dit zich tot een smal randje, later werd bijna de hele muts vol geborduurd. De ondermuts is gemaakt van stevige, smal gestreepte, gekeperde katoen. Het grootste deel van de bol en de pas zijn met zwarte zijde geborduurd, die naar groen is verkleurd. Deze ondermuts werd gedragen op zondag. De ondermuts is gemaakt van stevig smal gestreept gekeperd katoen (wit Amersfoort), het grootste deel van de bol en de pas zijn met zwarte zijde geborduurd (verkleurd tot groen), aan de onder- zijde is de bol fijn gerimpeld welke een ruimte geeft voor de haarwrong, aan de rechterzijde een bandje met een haak en aan de linkerzijde een trensje, voor zondags. De zwart geborduurde ondermuts wordt gedragen onder de oorijzermuts. Door het dunne witte neteldoek van de oorijzer- muts schijnt dan het zwarte borduurwerk door en soms zijn de figuren dan zelfs een beetje te zien.; De snit van de bol is na 1920 veranderd doordat men het haar daarvoor hoog op het hoofd droeg, terwijl het na 1920 laag in de nek gedragen werd.; Ook het borduurwerk is in de loop der jaren veranderd. Vroeger beperkte het borduursel zich tot een smal randje, later is dit uitgegroeid tot het bijna dicht borduren van de gehele muts.De zwart geborduurde ondermuts wordt gedragen onder de oorijzermuts. Door het dunne, witte neteldoek van de oorijzermuts schemert het zwarte borduurwerk heen. Soms zijn de figuren zelfs een beetje te zien. De snit van de bol is na 1920 veranderd; voordien droeg men het haar namelijk hoog op het hoofd, terwijl het na 1920 laag in de nek gedragen werd. Ook het borduurwerk is in de loop der jaren veranderd: vroeger beperkte dit zich tot een smal randje, later werd bijna de hele muts vol geborduurd. De ondermuts is gemaakt van stevige, smal gestreepte, gekeperde katoen. Het grootste deel van de bol en de pas zijn met zwarte zijde geborduurd, die naar groen is verkleurd. Deze ondermuts werd gedragen op zondag.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie