Muts voor een meisje

 

De hoofdbedekking (kinderkap), die het meisje tot aan haar 18e jaar draagt en de jongen tot aan zijn 7e jaar, bestaat in volgorde van onderen af uit de volgende 7 onderdelen: a - de onderhul; b -...

Doorzoek de website met tags
Maker
onbekend
Objectnummer
013423
Instelling
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Periode
1900 - 1950
Credits
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Herkomst
onbekend

De hoofdbedekking (kinderkap), die het meisje tot aan haar 18e jaar draagt en de jongen tot aan zijn 7e jaar, bestaat in volgorde van onderen af uit de volgende 7 onderdelen: a - de onderhul; b - de blinker c - de hullekap ; d - de orenkap plus keelband; e - de (boven) muts plus keelband; De jongensmuts is een rozetje met zes banen eromheen, het meisjesmutsje bestaat uit een middenbaan met twee zijbanen. 's Zomers is het mutsje van katoen, en rondom afgewerkt met langet. Voor hoogtijdagen heeft men bij voorkeur een mutsje van een mooie sitsen stof. 's Winters is de muts veelal van een zwaardere stof, bv. damast- of japonstof (een wollen vilt-achtige stof), omgeboord met wollen; of zijden koor. Gebruikte men voorheen twee keelbanden om de muts op zijn plaats te houden, een bij de orenkap en een bij de (boven)muts, later is men alleen bij de (boven)muts een keelband blijven gebruiken. Een donkere kleur stof of een sober patroon, zijn kenmerkend voor het in de rouw zijn. Kindermuts, chintz-ecru katoen met gekleurde opdruk, bestaande uit een middenbaan en twee zijbanen, rondom afgewerkt met rood/wit katoenen langet, gevoerd met ecrukleurig linnen, voor de zondag, voor de zomer.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie