Kraplap van Urk

 

De kraplap is een tweedelig kledingstuk, dat via beide schouders de borst en rug bedekt en in het jak gedragen wordt. De coupe lijkt nog erg veel op de zogenaamde kroplap uit de zestiende eeuw. De...

Doorzoek de website met tags
Maker
onbekend
Objectnummer
022645
Instelling
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Periode
1950 - 1960
Credits
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Herkomst
schenking 1999-06-01

De kraplap is een tweedelig kledingstuk, dat via beide schouders de borst en rug bedekt en in het jak gedragen wordt. De coupe lijkt nog erg veel op de zogenaamde kroplap uit de zestiende eeuw. De oudste, bekende kraplappen waren van sits of gestreepte en gebloemde katoen. Later werd de kraplap vaak gemaakt van witte zijde met een kleurig bloempatroontje. Vanaf ongeveer 1940 wordt de kraplap gemaakt van witte satijn, waarop gekleurde bloemen in boeketvorm zijn gespoten. Na 1950 worden de boeketmotieven machinaal geborduurd en sinds ongeveer 1960 wordt er gouddraad of lurex in verwerkt. De kleuren en motieven van de kraplap zijn gelijk aan die op het bovenstukje van de schort. Blauwe, fluwelen kraplap, geborduurd met een gele bloem met groene blaadjes, gemaakt van kralen. Langs de hals loopt een bandje van groen met gouddraad. Gevoerd met zwarte katoen. Kraplap gedragen door Jante Baarse, geb. 1903, bekend als de laatste doodaanzegster op Urk. De kraplap op Urk is het meest variabele kledingstuk, en aan mode onderhevig. Het model is tot in het begin van de 20ste eeuw kort, tot even onder de borst. Daarna wordt het geleidelijk langer en valt nu tot in de taille. Ook de keuze van de stof is zeer variabel. Tot vlak na de 2de wereldoorlog waren de daagse kraplappen van katoen; geruit, gestreept, gebloemd of effen, zondags van (kunst)zijde in de zomer, van fluweel in de winter. Daarna viel de keuze op kleurig satijn met borduursel, brocaat, kant en combinaties daarvan. In de rouw zwarte en donkere stoffen al naar gelang de zwaarte van de rouw. Blauwe fluwelen kraplap gedecoreerd met een gele bloem met groene blaadjes gemaakt van kralen. Langs de hals een bandje van groen met gouddraad. Gevoerd met zwarte katoen. Sluit met vier haken en ogen op de schouder, onder met bandjes en twee lussen. De kraplap is een tweedelig kledingstuk, dat via beide schouders de borst en rug bedekt en in het jak gedragen wordt. De coupe lijkt nog erg veel op de zogenaamde kroplap uit de zestiende eeuw. De oudste, bekende kraplappen waren van sits of gestreepte en gebloemde katoen. Later werd de kraplap vaak gemaakt van witte zijde met een kleurig bloempatroontje. Vanaf ongeveer 1940 wordt de kraplap gemaakt van witte satijn, waarop gekleurde bloemen in boeketvorm zijn gespoten. Na 1950 worden de boeketmotieven machinaal geborduurd en sinds ongeveer 1960 wordt er gouddraad of lurex in verwerkt. De kleuren en motieven van de kraplap zijn gelijk aan die op het bovenstukje van de schort. Blauwe, fluwelen kraplap, geborduurd met een gele bloem met groene blaadjes, gemaakt van kralen. Langs de hals loopt een bandje van groen met gouddraad. Gevoerd met zwarte katoen.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie