Kostuum

Deze kleding is het laatst gedragen door mevrouw Antje Pels-Meester (1867-1956). Zij droeg vanaf haar 18e jaar de Noordhollandse kap met gouden oorijzer. (Haar vader had tenminste 18 koeien in die tijd, dan mocht de dochter een gouden oorijzer dragen i.p.v. zilver) Nadat de winkel (slagerij, AB) voortgezet werd door de zoon Maarten Pels gingen Opa en Oma wonen in "Ons Genoegen" in de ZO Beemster. Opa Pels overleed in 1938. Oma Pels woonde nog vele jaren in de Rusthoeve te Purmerend, toen de slagerij overgenomen werd door de 3e Maarten Pels. de 2e Maarten Pels bewoonde toen "Ons Genoegen" aan de ZO Beemster. (Het verhaal van de 18 koeien en dus een gouden oorijzer is gangbaar maar niet betrouwbaar. AB) Kostuum, bestaande uit ZZM-22715/a, zwart jakje, wollen crepe, met ingeweven floraalmotief, ronde kraag met zwart gallon, knoopsluiting aan voozijde, aangeknipt schootje, lange mouwen met polsboordje en schoudervulling.ZZM-22715/b, Zwarte rok van gladde wol, achter gerimpeld, voor glad, sluiting voor (valt onder schort).30-ger jaren stof, kan gedragen zijn in heel Nederland door eenvoudige vrouwen. Typische mode burgerdracht, maar dan wel behoorlijk uit de mode.