Deze rok bevat twee verschillend gebatikte, diagonaal gescheiden helften, en is dus een pagi sore, 'ochtend-vroege avond', die op verschillende manieren gedragen kan worden. De ene badan...
Deze rok bevat twee verschillend gebatikte, diagonaal gescheiden helften, en is dus een pagi sore, 'ochtend-vroege avond', die op verschillende manieren gedragen kan worden. De ene badan ('lichaam') heeft een bulan, een sierlijke bloemenrand, met orchideeën bladeren en vlinders. De andere badan bevat 2,5 boeket, met een vogel en vlinder erboven op een kawung-patroon. De kawung behoort tot de zogenaamde verboden motieven, die door de sultans van Midden-Java in de 18e eeuw werden uitgeroepen tot koninklijke symbolen, en derhalve verboden waren voor het gewone volk (McCabe Elliot, 1984:68). Boeketten waren oorspronkelijk echt Europese motieven, en de soort afgebeelde bloemen, maar ook dieren, hadden voor verschillende culturele groepen een eigen symboliek (Heringa, 1996:66). De rok is een Djawa Hokokai, waarmee verwezen wordt naar Japanse invloeden tijdens de bezettingsperiode (Veldhuisen, 1993:150). Deze rok is gemaakt in een Indo-Chinese batikkerij en was bestemd voor gebruik door alle culturele groepen.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie