Katoenen kokerrok met verticale stroken en een veld met lelies

De kepala ('hoofd') van deze kokerrok bestaat uit verticale stroken met afwisselend bloemmotieven en imitatietritik. Tritik is een uitsparingstechniek waarbij motieven worden uitgespaard door het aaneenrijgen van plooien stof die met een met kleine steken doorgehaalde draad aangetrokken worden. Nadat kleur is aangebracht wordt de draad verwijderd waardoor motieven ontstaan (zie Heringa, 1996:213). De badan ('lichaam') bestaat uit losse lelies en bladeren op een achtergrond van ukel (kleine krulmotieven). De rok is vervaardigd in een lokale batikkerij en was bestemd voor alle culturele groepen.