Heupdoek

 

Een lange rechthoekige heupdoek gemaakt van geweven katoen. Het is een heupdoek waarvan de Badan, lichaam, is verdeeld in twee helften, elk met andere geometrische figuren. Door de doek...

Objectnummer
TM-5663-234
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
1980
Herkomst
Tuban (regentschap)

Een lange rechthoekige heupdoek gemaakt van geweven katoen. Het is een heupdoek waarvan de Badan, lichaam, is verdeeld in twee helften, elk met andere geometrische figuren. Door de doek verschillend te wikkelen, kan hij op twee manieren gedragen worden. Aan ieder uiteinde zit een halve Kepala, hoofd, die bestaat uit effen rode strepen in de breedte. De Badan heeft een helft met Banji-variatie; de andere is Garis miring: diagonale banen. Het Banji-motief is een swastika-variatie, en de Chinese term Banji betekent geluk, een rijk leven en welvaart. Swastika is Sanskrit en betekent welzijn (van Roojen, 1998). De motieven zijn aangebracht op manier die ouder is dan de huidige batiktechniek, namelijk met stippellijnen. De Kepala bevatten volgens de verzamelaar's registratie het motief Slobok (cubén) en verder is nog Kijing miring aangebracht. De doek behoort tot de dagelijkse dracht van alle leeftijden te Tuban, en is van Mongorejo. Op een aangehecht papiertje staat vermeld dat deze doek een rouwdoek is. Volgens Heringa, in van Hout (2001) zijn de motieven gebatikt op een Lurik, een geblokte handgeweven doek, waarbij de was in stippen is aangebracht met de Canting. Deze doek is een Tapeh sisihan, een Batik-lurik, typisch voor het Tuban-gebied, en bestemd voor de lokale markt.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie