Een bakerkindje droeg het hemdrokje van bedrukte katoen over twee hemdjes. De kantjes van het bovenste hemdje kwamen onder het jakje uit. In de jaren twintig van de twintigste eeuw ging men de...
Een bakerkindje droeg het hemdrokje van bedrukte katoen over twee hemdjes. De kantjes van het bovenste hemdje kwamen onder het jakje uit. In de jaren twintig van de twintigste eeuw ging men de kantjes aan het hemdrokje zelf zetten, omdat toen het linnen of katoenen hemdje niet meer werd gedragen. Het hemdrokje sloot van achter met bandjes. Op de borst werd vervolgens de voorspelder of het befje bevestigd.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie