Mantelpak in gebroken witte ripszijde versierd met opgenaaid zijden band: jasje getailleerd tot heup, revers kraag, gebogen lange mouw, wijde gerende rokA = Jasje: voorpand in 2 delen, naad,...
Mantelpak in gebroken witte ripszijde versierd met opgenaaid zijden band: jasje getailleerd tot heup, revers kraag, gebogen lange mouw, wijde gerende rokA = Jasje: voorpand in 2 delen, naad, waarin figuur, van schouder naar heup; onder rand weggesneden; sluiting: 3 houten knopen in koord; schuin opgezette zakklepjes; gevoerd met verzwaarde zijde; loodjes in zoom: ophanglusje in hals. Mouw: met kleine plooitjes ingezet, naad voor en achter, brede teruggeslagen manchet; in één manchet een reep karton.manchetten in katoen met machinale kant (imitatie Valenciennes kloskant) en machinaal borduurwerkB = Rok: in 4 banen; verhoogde taille ondersteund door 7 cm breed tailleband; sluit rechts voor met haken en ogen, split met drukknopen; ophanglusjes; gevoerd: verzwaarde zijde; in zoom 4 cm breed wol keperband + bezemband.Garnering: crème zijde op manchet en kraag; opengeweven band, als een lint dat door bloemen loopt; dit band langs kraag, revers, voorpand-binnen en buitenzijde- zoom, manchet; idem op rok op naden tot kniehoogte, daar in kleine hoek en verder neer, boven zoom doorlopend op zijpand. Bijz: knopen en zoomband identiek aan J127
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie