Draagbaar amuletdoosje

 

Draagbaar amuletdoosje, aan een schakelarmband van goud. Dit type armband (sawe boh geumeue) werd meestal om de linkerpols gedragen, en bestaat uit een rijk gedecoreerd doosje en drie rijen...

Objectnummer
RV-1599-81
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
Voor 1907
Herkomst
Aceh (provincie)

Draagbaar amuletdoosje, aan een schakelarmband van goud. Dit type armband (sawe boh geumeue) werd meestal om de linkerpols gedragen, en bestaat uit een rijk gedecoreerd doosje en drie rijen bloemetjes, die door middel van ringetjes aan elkaar zijn verbonden. Het is niet bekend wat zich precies in het doosje bevindt; bij beweging maakt de armband een rinkelend geluidje. Het amuletdoosje is rechthoekig en enigszins afgerond van vorm, met driehoekige uitstekende punten aan de smallle zijden. Het bovenvlak is gedecoreerd met randen van dubbele gedraaide edelmetaaldraadjes en figuurtjes gemaakt van vastgesoldeerde, opstaande platte reepjes edelmetaal, in een techniek die "ato" heet. Dit draadwerk vormt motieven van bladranken. In het midden is een vierstralige ster aangebracht, met een kleurloos steentje in de top. Op de zijwanden zijn "ato" spiralen en bladranken aangebracht. De bloemetjes van de schakelketting bestaan elk uit aan elkaar gesoldeerde groepjes van vier plat gelegde ringetjes, met daarop ook weer vier ringetjes, en een enkel ringetje als bloemhartje in het midden. De bloemenrij aan een lange zijde heeft driehoekige uitsteeksels (ikoe). De sluiting bestaat uit twee helften, die door een spie verbonden zijn, als bij een scharnier. Elke helft is gevormd door een staafje waaraan drie grote driehoeken zijn bevestigd. Deze zijn gedecoreerd met bladmotieven, rond (on lipat) en spits (on sirong). Aan een van de helften, is bovendien een verhoogd bandje aangebracht, waarop kleurloze steentjes zijn gezet. Th. J. Veltman, de verzamelaar van een grote collectie sieraden uit Aceh, was Kapitein in het KNIL tijdens de Aceh-oorlog, en later ook bestuursambtenaar in Aceh. Hij was zeer geïnteresseerd in de cultuur, beheerste de taal en publiceerde hierover. Vooral de edelsmeedkunst had zijn belangstelling. Volgens hem werd in Aceh Profeet Abraham beschouwd als de schutspatroon van de goud- en zilversmeden. Hij schreef ook dat de goudsmeden van Aceh hinder ondervonden van het islamitische verbod op het afbeelden van levende wezens. Echter, de sieraden van Aceh zijn rijk gedecoreerd met bloemen en bladerranken, die islamitische ideeen over het Paradijs reflecteren. Verschillende technieken, zoals filigrain en granulatie, werden vermoedelijk in Aceh geïntroduceerd door edelsmeden uit het Ottomaanse rijk. Vanuit Aceh verspreidden deze technieken zich over Noord- en West-Sumatra.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie