Doek

 

De eerste 14 dagen draagt een baby een opkledersbauwtje en de daarbij behorende schorteldoek. De opbouw van de doek gelijkt in ieder opzicht op die van het bauwtje, alleen de afmetingen zijn...

Doorzoek de website met tags
Maker
onbekend
Objectnummer
004991
Instelling
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Periode
1850 - 1925
Credits
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Herkomst
aankoop 1954-10-18

De eerste 14 dagen draagt een baby een opkledersbauwtje en de daarbij behorende schorteldoek. De opbouw van de doek gelijkt in ieder opzicht op die van het bauwtje, alleen de afmetingen zijn aanzienlijk groter. De schorteldoek heeft een kantje langs de bovenzijde, en een tussenzetsel van mooi kant waaronder een blinker van rood baai wordt gelegd. Langs het tussenzetsel loopt aan weerskanten een rand van hetzelfde sneewerk als dat van het bauwtje en langs de korte bovenzijde.; Een kenmerkend verschil met het bauwtje bestaat hierin, dat de versierde korte zijde bij het bauwtje de benedenzijde vormt, bij de schorteldoek is het echter de bovenzijde. Naast het sneewerk in de bovenhoeken, staan aan weerskanten de initialen van vader en moeder in rood. De schorteldoek wordt gedragen over de gezwachtelde onderdeken en wordt zo aangelegd dat de bewerkte bovenrand juist de bewerkte benedenrand van het bauwtje bedekt. Naast de eerste 14 dagen, wordt de schortel- doek ook bij de doopplechtigheid gebruikt, die plaats heeft wanneer het kind 4 weken oud is. Twee rechthoekige stukken wit linnen ver- bonden door strook echte kant, aan weerszijden hiervan een strookje stopwerk geflankeerd door drie rijen lommerdjes, bovenlangs een smal kantje, aan weerszijden de initialen en drie kruisjes plus twee liggende S vormen in rood in prentletters, drie ingezette stukken stof, kind in baker. De eerste 14 dagen draagt een baby een opkledersbauwtje en de daarbij behorende schorteldoek. De opbouw van de doek gelijkt in ieder opzicht op die van het bauwtje, alleen de afmetingen zijn aanzienlijk groter. De schorteldoek heeft een kantje langs de bovenzijde, en een tussenzetsel van mooi kant waaronder een blinker van rood baai wordt gelegd. Langs het tussenzetsel loopt aan weerskanten een rand van hetzelfde sneewerk als dat van het bauwtje en langs de korte bovenzijde. Een kenmerkend verschil met het bauwtje bestaat hierin, dat de versierde korte zijde bij het bauwtje de benedenzijde vormt, bij de schorteldoek is het echter de bovenzijde. Naast het sneewerk in de bovenhoeken, staan aan weerskanten de initialen van vader en moeder in rood. De schorteldoek wordt gedragen over de gezwachtelde onderdeken en wordt zo aangelegd dat de bewerkte bovenrand juist de bewerkte benedenrand van het bauwtje bedekt. Naast de eerste 14 dagen, wordt de schortel- doek ook bij de doopplechtigheid gebruikt, die plaats heeft wanneer het kind 4 weken oud is.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie