Boezeroen

Boezeroenen werden door mannen van verschillende beroepsgroepen gedragen bij de dan algemeen in nederland gedragen kleding. De boeren en vissers droegen de boezeroen bij hun klederdacht. Deze had omstreeks 1900 de hemdrok vervangen. Donkerblauwe ondergrond, middelblauwe strepen met ingeweven donkerblauw motiefje. De mouwen zijn recht ingezet met okselklink, met plooitjes aan de manchet gezet die sluit met een knoop en knoopsgat. Het smalle halsboordje heeft een knoop en knoopsgat, maar de sluiting van het split middenvoor is zodanig dat het boordje niet gesloten kan worden. De ruimte tussen de uiteinden van het boord bedraagt 2cm. Het achterpand is 7cm langer dan het voorpand. De twee zijsplitjes zijn versterkt met een trensje