Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Wie denkt dat witte bruidsjurken altijd de norm zijn geweest, heeft het mis. Op veel foto’s tussen 1870 en 1914 zijn alom vrouwen met zwarte trouwjurken te zien. Fotograaf Ton de Zwart neemt je mee langs enkele unieke foto’s uit zijn eigen privécollectie om deze vergeten traditie te beschouwen. Aanleiding is de tentoonstelling die te zien is in het Fries Museum over 250 jaar geschiedenis aan trouwjurken.
Dat een zwarte trouwjurk de hoofdrol kan spelen in een verhaal over een stad als Amsterdam vraagt enige uitleg. Je zou kunnen denken dat die toch meer op het platteland werden gedragen. Ook zou je eerste gedachte bij een vrouw in een zwarte, negentiende-eeuwse jurk kunnen zijn dat zij in de rouw was. Maar wanneer er bloemen of een witte sluier te zien zijn, moet het wel om een gereformeerde bruid gaan, ook in een grote stad als Amsterdam. Deze traditie stamde uit de Duits Protestante kerk.
In de collectie van het Rijksmuseum bevindt zich de zwarte trouwjurk uit 1885 van Sophia Barbara Thorwarht-Klopp uit Mannheim, Baden-Wűrttemberg. Vrouwen gingen in deze Duitse deelstaat in zwarte jurken naar de kerk. Zelfs bij heugelijke gebeurtenissen als een huwelijk. Tijdens een trouwceremonie mocht de zwarte jurk vergezeld gaan van een witte sluier, handschoenen en een boeket. Zoals Anna van Gogh, een zus van Vincent van Gogh, die ook in het zwart trouwde.
Geheel in stijl liet een Amsterdamse bruid zich rond 1900 fotograferen door Machiel Laddé (1866-1932), die boven de winkel van Merkelbach op de Nieuwendijk 57-59 werkte.
Je vraagt je dan af waar de bruidegom is. Net als de witte trouwjurk was de trouwfoto als dubbelportret nog geen algemene gewoonte. Wanneer een verloofd stel zich in een fotostudio meldde, drong de fotograaf aan op twee portretten. Hiermee kon hij meer verdienen.
Mijn grootvader Martien de Zwart (1889-1954), was ondernemer en kon twee losse foto’s makkelijk betalen. De fotograaf, W.G. Kuijer jr. (1860--1938) op de Westermarkt portretteerde zijn toekomstige vrouw, Christina Meschendorp (1890-1921), met een bijbel in haar hand. Een gereformeerde bruid wilde hiermee aangeven trouw te willen blijven aan haar geloof. En haar zwarte trouwjurk paste in de traditie van de Duits Protestante kerk van Badbergen, Nedersaksen, waar de Meschendorps vandaan kwamen.
Voor de burgerlijke stand van het Amsterdamse stadhuis aan de Oudezijds Voorburgwal 197, het oude Prinsenhof, trouwden zij op 14 mei 1914. Weliswaar de goedkoopste klasse, de 3de, met een aparte ingang aan de achterkant, aan de Oudezijds Achterburgwal. Deze ingang is er nog steeds, nu voor het hotelpersoneel dat er werkt. Het wettelijk huwelijk was voor gelovigen een formaliteit. Voor het kerkelijk huwelijk reed het gezelschap met enkele koetsjes naar de Oude Kerk. Daar zagen de gasten een bruid die stemmingsvol en chique was gekleed.
Zij droeg een getailleerde zwarte bruidsjapon. Een japon bestond uit een rok en een lijfje. Het lijfje van zwart satijn was ruim geplooid met daaronder een zwart onderlijfje van gehaakt bouclé garen. De rok liep wijd uit in banen. De overgang tussen lijfje en rok was bedekt met een lijfsjaal van glanskatoen die kunstig was gestrikt. Zij droeg zwarte lakschoenen, zwarte glacéhandschoenen en een witte sluier tot op de grond.
Haar oudere zuster Evalien (1885-1948) trouwde twee jaar later, op woensdag 12 mei 1915, in de Doopsgezinde kerk aan de Singel bij het Koningsplein. De bruidegom, Daniël Rädecker (1888-1972), was een beginnend boekhouder uit Medemblik. Hij kon de bruiloft en trouwfoto amper betalen. Gelukkig was Evalien handig met naald en draad. Haar zwarte trouwjurk toonde helaas minder chique dan van haar zuster. Zij naaide haar trouwjurk zelf volgens het patroon van een reformjurk, in de volksmond ook wel hobbezak genoemd.
Aan de benodigde stof en fournituren kon zij goedkoop komen, omdat zij bij de firma “G. van Wees en Weiss”, een stoffenhandel op de Leidsekade, werkte. De trouwfoto, een dubbelportret, maakte Willy Zimmerman (1873-1953), fotograaf in de Constantijn Huygenstraat 49, Amsterdam. Zij droeg bloemen in het haar en er lag een bruidsboeket op tafel.
De twee bovenstaande foto’s uit mijn familiearchief waren voor mij redenen om mij advies in te winnen bij deskundigen als Bianca du Mortier en Ninke Bloemberg en om dergelijke foto’s te toe te voegen aan mijn privécollectie.
Onlangs legde ik de hand op een zeldzame foto van een bruidsmeisje in het zwart. In 1904 fotografeerde Gerrit Janssens (1877-onbekend) buiten in de Commelinstraat, Amsterdam Oost omdat hij geen eigen studio had, een meisje. Het kind had het haar nog los met daarin bloemen en een witte sluier. Zij droeg witte handschoenen en een zakje met bruidssuiker.
Het onderscheid tussen trouw- en rouwjurk is niet zo eenvoudig als hierboven geschetste voorbeelden. Het Centraal Museum in Utrecht bezit een zwarte trouwjurk die tevens rouwkleding was. Op 23 december 1879 trouwde Johanna Frederika Maria de Greve (1852-1903) terwijl haar vader net was overleden. Zwarte kleding was lange tijd de manier waarop men het verlies van een geliefde liet zien, vooral door vrouwelijke nabestaanden en in het bijzonder weduwen.
Voor mannen volstond het dragen van een zwarte rouwband of een zwarte horlogeketting. Zwart werd gezien als tijdloos en waardig binnen de christelijke moraal en was geschikt voor dagelijkse dracht, rouwkleding en trouwjurken. Door het dragen van zwarte kleding werd afstand genomen van de frivoliteiten van het dagelijkse leven in een grote stad als Amsterdam.
Een zwarte jurk had voordelen voor minder bedeelde mensen. Na de bruiloft kon je de jurk blijven dragen. Gedragen kleding werd vroeger niet weggegooid maar vermaakt en gerepareerd. En kreeg een nieuwe functie. Zo kon een zwarte trouwjurk na het overlijden van de draagster haar doodskleed worden.
Deze blog is tot stand gekomen met dank aan modeconservator Ninke Bloemberg van het Centraal Museum Utrecht en Bianca du Mortier, oud-conservator kostuums van het Rijksmuseum Amsterdam.
De tentoonstelling ‘Ja ik wil! 250 jaar trouwjurken’, waaronder zwarte trouwjurken, is te zien tot en met 16 februari 2025 in het Fries Museum in Leeuwarden
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Mijn moeder is in 1944 getrouwd in een lange zwarte japon en een zwarte hoed., In een Katholiek Kerk. Haar beide zussen eveneens in het zwart, de klarste zelfs in 1955. Eenvoud siert de mens moet mijn grootvader gedacht hebben want hij was het die bepaalde dat er in het zwart getrouwd werd. Ook al haar schoonzussen trouwden in het zwart. Pas in de jaren 60 had de jongste zoon, nu 98, het lef om een bruid in het wit te trouwen. De zwarte traditie heeft langer geduurd dan u aangeeft .
We ontvingen een reactie van Hanneke Adriaans:
Hierbij vanwege tijdgebrek een provisorische reactie. Ik steek er ( bijna ) mijn handen voor in het vuur, dat het op de foto’s nr. 2 en 3 gaat om Lutherse aannemelingen. Ik bezit zelf ook exemplaren van Laddé en Kuijer, kan er voorbeelden van laten zien. Al heel lang doe ik namelijk onderzoek naar de geschiedenis van de Lutherse belijdenissluiers. Ben zelf Luthers geweest.
Ik wil graag van gedachten wisselen / contact op kunnen nemen over het verschil tussen de verschijning van bruiden in het zwart en de Lutherse aannemelingen.
Beste meneer De Zwart,
Ontzettend leuk dat u in het kader van onze tentoonstelling Ja ik wil! in het Fries Museum aandacht besteedt aan zwarte trouwjurken. Uw stelling dat alleen gereformeerde bruiden zwart droegen is echter onjuist.
Bij mijn onderzoek naar trouwjurken voor de bijbehorende publicatie, vond ik dat ook bijvoorbeeld katholieke vrouwen eind 19de- begin 20ste eeuw kozen voor zwart. Zoals u terecht opmerkte, kon zwart praktisch zijn voor wanneer de japon ook na het huwelijk moest worden gedragen. De bruid op de introfoto van uw blog draagt echter een japon met sleep, een minder praktische keuze voor later. Overigens is dit echtpaar in Maastricht of Breda gefotografeerd, weet u wie hier geportretteerd zijn? In het zuiden des lands is de kans groter dat ook dit een Katholiek stel is. Maar dat terzijde.
Een donkere kleur werd in onze maatschappij (zeker tot aan de Tweede Wereldoorlog) gezien als een geschiktere kleur voor vrouwen van lagere sociale klassen. Wit was lange tijd voor de elite. Zij mochten/moesten laten zien dat ze wit konden veroorloven. Arbeidersvrouwen moesten zich hier maar niet aan wagen, dat paste niet bij hun stand. Op oude zwart-witfoto’s is overigens geen nuance te zien: wat lijkt op zwart, kan ook een donkerblauwe japon zijn.
Ten slotte wil ik nog benoemen dat het portret van het meisje met witte sluier, geen bruidsmeisje is maar een communicantje. Binnen de katholieke kerk is de heilige communie een belangrijk sacrament. Tegenwoordig dragen kindjes wit, maar vroeger werden meisjes als bruidjes met sluier gekleed, zoals op deze foto.
Met vriendelijke groeten,
Anne-Marie Segeren