Schone tanden - Functionele sieraden voor mannen

 
18 maart 2022
Conservator/restaurator juwelen Rijksmuseum

Tijdens een rondleiding in de Special Collections van het Rijksmuseum laat ik altijd een van de Renaissance juwelen zien. Deze groep juwelen uit de periode 1550-1600 spreken tot ieders verbeelding.

Ten eerste vanwege het vakmanschap: de magie van het emailleren, het zetten van edelstenen en het gieten van goud fascineert kinderen, studenten, onwetende museumbezoekers maar ook collega’s. Hangers in de vorm van (fantasie)dieren en mythologische figuren vertellen ontzettend veel verhalen.

Wat veel mensen niet weten is dat sommige juwelen niet alleen mooi waren om te dragen maar ook een praktische functie hadden. Wanneer ik mijn bezoek vraag waarvoor onderstaande hanger destijds gebruikt zou kunnen zijn blijft het vaak angstvallig stil.

Anoniem (Italië?), Tandenstoker, ca. 1550-1600. Collectie Rijksmuseum (BK-17068).

Deze gouden hanger in de vorm van een gevleugelde mythologische zeedraak is bezet met verschillende edelstenen en kleurig geëmailleerd. Het buikje loopt uit in een sikkelvormig plat stukje goud met een aan het uiteinde een scherp puntje. Heb je al een idee wat het is? Het is een tandenstoker. Een hele luxe welteverstaan en dat vinden we vandaag de dag toch een beetje gek.

Houten stokers zijn voor ons nu de norm, maar in het verleden werden tandenstokers, naast hout[1], ook van allerlei andere materialen gemaakt: vogelklauwen, kippenbotjes, ivoor, brons, koper, ganzenveren, stro, schildpad maar dus ook van zilver en goud.[2]

Een van de oudst bekende bronzen tandenstokers is afkomstig uit de Sumerische stad Ur in Mesopotamië, het huidige Irak. De tandenstoker maakte deel uit van een toilet set bestaande uit een oorlepel (ja, voor oorsmeer) en een pincet en dateert uit circa 3500 voor Christus.[3] Het gebruik om vervelende stukjes eten tussen je tanden vandaan te halen is echter al ruim twee miljoen jaar oud.[4]

Paleoantropologisch onderzoek heeft aangetoond dat vroege mensachtigen al met puntige stukjes hout of bot hun tanden schoonmaakten. Deze tandenstokers zijn het eerste, niet van steen gemaakte, gereedschap dat onze voorouders gebruikte. Tanden stoken wordt daarom zelfs de ‘allereerste menselijke gewoonte’ genoemd.[5]

Cilindervormig laesie (letsel) tussen twee kiezen wijst op het regelmatige gebruik van een tandenstoker bij deze onderkaak van een vroege mensachtige uit Dmanisi (Georgië).

Tandhygiëne bleef ook tot in meer recente tijden een belangrijk onderdeel van het dagelijkse eetritueel. Verwijzingen bij Griekse en Romeinse schrijvers naar het gebruik van tandenstokers zijn volop aanwezig. Een tandenstoker droeg je eigenlijk altijd bij je, vaak samen met de al genoemde oorlepel, een tongschraper en kleine instrumenten voor je nagels. Keizer Nero zou bijvoorbeeld altijd een zilveren tandenstoker bij zich hebben gedragen. Een prachtig zilveren en deels verguld voorbeeld uit Romeins Engeland in de collectie van het British Museum combineert een oorlepel met een tandenstoker in de vorm van een ibis (fig. 3). Niet alleen in Europa, maar ook in China, Japan en het Nabije Oosten werd in deze periode goed voor de tanden gezorgd.[6]

Anoniem (Engeland), Tandenstoker, 4e-5e eeuw n. Chr. Collectie British Museum, Hoxne Hoard (1994.0408.146).

Hoewel tandenstokers al vele duizenden jaren lang in gebruik waren door de inwoners van Azië en Europa worden de vijftiende en zestiende eeuw ook wel de ‘gouden tijd van de tandenstoker’ genoemd. Qua ontwerp bereikten ornamentele uitvoeringen in deze periode hun hoogtepunt. Op Renaissance portretten zien we de meeste flagrante voorbeelden die met trots gedragen worden.

Alessandro Oliverio, Portret van een jonge man, ca. 1510-1520. Collectie National Gallery, Dublin (NGI.239).

Een van de vroegste voorbeelden daarvan is het portret van een jonge man door Alessandro Oliverio uit circa 1510-1520 in de National Gallery in Dublin (fig. 4).[7] De gouden tandenstoker hangt aan een dunne gouden ketting en is versierd met acanthusbladeren en twee gekleurde edelstenen. De jonge man draagt verder geen sieraden en het juweel neemt een vrij prominente plek in. Etiquetteregels in deze periode benadrukte dat het gebruik van een tandenstoker ná de maaltijd, maar ook afgezonderd van je tafelgenoten, diende te gebeuren.[8] De uiting op een schilderij, het enige portret dat je waarschijnlijk tijdens je leven liet maken, is tekenend voor het belang van dit voorwerp en persoonlijke hygiëne.

Alessandro Oliverio, Portret van een jonge man, ca. 1510-1520. Collectie National Gallery, Dublin (NGI.239).

De Vlaamse goudsmid en graveur Erasmus Hornick (1520-1583) publiceerde in 1562 een klein boekje met ontwerpen voor juwelen, waaronder twee tandenstokers. De tandenstokers zijn qua opbouw hetzelfde als de Rijksmuseum tandenstoker. Twee ontblote bovenlijfjes van een satyr en een vrouw lopen aan de onderzijde uit in een scherpe punt. Beiden zijn versierd met parels en andere edelstenen en ook de bevestigingspunten voor de ketting waaraan ze gedragen werden zijn weergegeven.

Het opnemen van deze ontwerpen in een dergelijke publicatie verheft de tandenstoker van functioneel object naar een echt juweel. Een product dat goudsmeden met trots vervaardigden en het illustreert tegelijkertijd ook de populariteit van deze objecten in grote delen van Europa. Zien we dit modeverschijnsel ook in de Nederlanden terug?

Erasmus Hornick, Ontwerpen voor verschillende juwelen, 1562. Collectie British Museum (1848.1125.163).

Uit de periode 1575-1650 zijn verschillende mannelijke portretten uit de Nederlanden bekend waarop gouden tandenstokers duidelijk herkenbaar zijn. Het portret van de Friese grietman Syds II van Botnia (1548-1615) is een van de vroegste voorbeelden. De tandenstoker hangt aan zwart fluwelen koord waaraan ook nog een aantal gouden ringen lijken te hangen. Het neemt de vorm aan van een fluit spelende figuur wiens onderlijf uitloopt in een klauwvormige tandenstoker. Qua ornamentiek sluit dit voorbeeld naadloos aan op de ontwerpen van Erasmus Hornick en zijn tijdgenoten.[9]

Anoniem, Portret van Syds van Botnia, 1576. Collectie Fries Museum (S00065).

Uit zeventiende-eeuwse Amsterdamse boedelinventarissen komt naar voren dat clauwen of tandestoockers, vaak in combinatie met oorlepels en andere accessoires, veelvuldig in het bezit waren van de burgers. De meeste tandenstokers waren van zilver, maar er wordt ook melding gemaakt van vergulde en geëmailleerde exemplaren. Gouden tandenstokers komen minder vaak voor. Een zeldzaam voorbeeld van een gouden exemplaar versierd met edelstenen vinden we terug in de boedelinventaris van Jacob Cardozo de Jonge uit 1674: “Een goude tandestoocker met steentges daer aen”. [10]

De vermelding van een tandenstoker met edelstenen in de boedelinventaris uit 1674.

Andere Nederlandse (huwelijks)portretten laten doorgaans relatief simpele gouden exemplaren zien. Vaak is het juweel niet alleen een tandenstoker maar wordt het gecombineerd met een oorlepel.[11] De gebruiksetiquette was aan het begin van de zeventiende eeuw veranderd ten opzichte van de zestiende eeuw.

Waar het toen ondenkbaar was om je tanden schoon te maken in het bijzijn van de je gasten of gastheer werd dat in de zeventiende eeuw vaak juist als een compliment gezien.[12] In de loop van de negentiende eeuw ontwikkelde zich dit met name in Portugal tot speciaal goud- en zilverwerk waarin tandenstokers tijdens het dessert werden gepresenteerd.[13] De schaamte was weg.

De Rijksmuseum tandenstoker is naar alle waarschijnlijkheid niet in de Nederlanden of Noordwest-Europa vervaardigd maar in Italië. Dat heeft voornamelijk met het kleurgebruik en de edelstenen te maken. De Calvinistische Nederlanders volgden wel de mode, maar in de uitvoering waren ze doorgaans iets meer bescheiden. Een tandenstoker in de vorm van een zeedraakje was ik nog niet eerder op portretten tegengekomen, recent onderzoek heeft echter een zeer mooie parallel opgeleverd.

Op het huwelijksportret van de Keulse en katholieke rechtsgeleerde Peter Ostermann (1595-1657) uit 1627 zien we een tandenstoker die qua vorm nagenoeg gelijk is aan de Rijksmuseum variant, alleen het email en de edelstenen ontbreken. De tandenstoker hangt naast een gouden medaillon met een afbeelding van Christus en het omschrift EGO SUM VIA VERITAS ET VITA (Ik ben de weg, de waarheid en het leven).

Gotthardt de Wedig, Portret van Peter Ostermann, 1627.

Detail van het portret van Peter Ostermann met tandenstoker en medaillon.

Niet iedereen in de Nederlanden kon zich dure gouden en zilveren tandenstokers veroorloven, laat staan zich ermee laten portretteren. Archeologische vondsten laten echter zien dat ook de minder bemiddelde burgers tandenstokers bij zich droegen. Een prachtig gestileerd koperen exemplaar is tevoorschijn gekomen bij de opgravingen van de Noord/Zuid-lijn in Amsterdam.

Aan de bovenzijde zit een gaatje waardoor je ook dit exemplaar aan een kettinkje bij je kon dragen.[14] Een zestiende-eeuws messing exemplaar in de collectie van Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam combineert met een oorlepel. Hier is mooi te zien hoe een enkel stripje messing is vervormd, gedraaid en aan beide uiteindes plat is geslagen tot de gewenste punt en lepel vorm.[15]

Anoniem, Tandenstoker, ca. 1550-1650. Collectie Museum Boijmans van Beuningen (F7304).

Meer lezen?

  • Lightbown, R.W., Medieval European Jewellery, Londen 1992, p. 236-237
  • Petroski, H., The Toothpick: technology and culture, New York 2007
  • Schiedlausky, G., “Ir sült die zende stüren niht mit mezzern“ : Vom Zahnstocher und anderen Utensilien der Körperpflege, in: Kunst und Antiquitäten VI (1988), pp. 34-43
  • Sachs, H., Der Zahnstocher und seine Geschichte, Hildesheim 1967

 


[1] De nonnen van het Portuguese klooster Mosteiro de Lorvâo in Coimbra begonnen in de loop van de zestiende eeuw met het vervaardigden van rijk versierde tandenstokers. Ze gebruikten het hout van sinasappelbomen dat zo glad was als ivoor. Deze tandenstokers, die verkocht werden naast de zoetigheden waar het klooster bekend om stond, werden tot ver in de negentiende eeuw geroemd. Zie: Petroski, H., The Toothpick : Technology and Culture, New York 2007, p. 42-43

[2] Zie o.a. Christen, A. en Christen G., A historical glimpse of Toothpick Use: Etiquette, Oral and Medical Conditions, in: Journal of Dentistry 51 (2003), p. 62

[3] Petroski 2007, p. 13

[4] Zie o.a. Man, the Toothpick User | Science | AAAS

[5] Voor verwijzingen zie: Petroski 2007, p. 7-9 en Tooth wear and dentoalveolar remodeling are key factors of morphological variation in the Dmanisi mandibles | PNAS

[6] Tandenborstels zijn bijvoorbeeld gebaseerd op Chinese voorbeelden met varkenshaar en werden in de loop van de zeventiende eeuw in Europa geïntroduceerd.

[7] Portrait of a Young Man – Results – Search Objects – National Gallery of Ireland

[8] Voor verwijzingen zie o.a. Christen 2003, p. 63-64

[9] Een soortgelijke tandenstoker zien we op het portret van Livius van Scheltinga (1589-1650) uit 1624 toegeschreven aan Jan Urbeijns de Salle. Zie https://rkd.nl/explore/images/146329

[10] Boedelinventaris Jacob Cordozo de Jonghe: Stadsarchief Amsterdam, notaris Adriaen Lock, 5075-95-2262B (1674-1680), p. 5 (fol. 765).

[11] Zie bijvoorbeeld het portret van Johan Kelffken (1583-1652) door Gotthardt Wedig uit 1621: https://rkd.nl/explore/images/38717

[12] Christen 2003, p. 64

[13] Zie bijvoorbeeld: A PORTUGUESE SILVER TOOTHPICK HOLDER (christies.com)

[14] Zie toiletgarnituur (1400—1600) - NZD1.00468MTL058 | Below the Surface - De archeologische vondsten Noord/Zuidlijn Amsterdam

[15] Zie oorlepel en tandenstoker - Museum Boijmans Van Beuningen

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie